Van ‘moetje’ en ‘vinkje halen’ naar bewaken vakmanschap

Mensen in de financiële dienstverlening ervaren periodieke toetsing om een diploma of registratie in stand te houden nogal eens als een lastige verplichting. Maar waar toetsing bijdraagt aan het aantonen van vakmanschap, draagt periodieke toetsing bij aan het bewaken van vakmanschap, zegt NIBE-SVV directeur Jeanette Hadderingh. NIBE-SVV is één van de opleidings- en exameninstituten die toetsen ontwikkelen die toegang geven tot een DSI-certificering en laat zich als instituut accrediteren door DSI in het nieuwe Permanent Vakbekwaam-programma.

DSI is een nieuwe weg ingeslagen qua accreditatie: opleidings- en exameninstituten kunnen nu ook zelf geaccrediteerd worden, in plaats van dat DSI elk ontwikkeld examen apart beoordeelt. Wat vind je van deze opzet?
Ik juich het toe. Het is een verdere professionalisering in de samenwerking. Door de instituten te accrediteren krijgt DSI als keurmerk meer inzicht in de kwaliteit van de instituten. De instituten op hun beurt krijgen zo zelf meer vrijheid – binnen kaders – om een actueler programma te kunnen aanbieden. Voorheen ging er logischerwijs meer tijd overheen. Het is wel belangrijk dat DSI de accreditatie-normen scherp bewaakt. Niet alleen aan de poort, maar ook gedurende de looptijd. Daar kan het mis gaan, zo leert de ervaring. Dat is vroeger aanleiding geweest voor de overheid om af te stappen van de vrijheid dat geaccrediteerde exameninstituten zelf examens maakten voor de financiële dienstverlening. Op papier zag het er prachtig uit, maar qua kwaliteit werd het een race to the bottom. Dus daar moet DSI goed op letten.

Als ontwikkelaar en afnemers van examens voor permanente educatie zit NIBE-SVV er bovenop waar het gaat om de ervaringen van examenkandidaten. Kun je iets zeggen over hoe professionals in de financiële sector tegen de examens aankijken?
Vooropgesteld: de professional in de sector heeft vakmanschap hoog in het vaandel. Maar verplichte examens roepen toch vaak weerstand op en dragen in zichzelf niet per definitie bij aan betere dienstverlening. We moeten af van ‘het moetje’ en ‘het vinkje halen’. Dat zien we bijvoorbeeld bij de Wet op het financieel toezicht. Het is de uitdaging voor DSI om Permanent Vakbekwaam juist iets te laten toevoegen aan de initiële opleiding, zodat de professional zich ook serieus genomen voelt.

Jeanette Hadderingh, NIBE-SVV

Daarbij komt dat de toetsen laagdrempelig en toegankelijk moeten zijn. Daar heeft de sector echt behoefte aan Zo hebben we bij NIBE-SVV voor Wft Permanent Actueel een app, waarin de toetsing een onderdeel is. Onze uitdaging is om permanente educatie zoveel mogelijk te integreren in de dagelijkse praktijk van de professional. Daarmee voelt het gewoon als bijblijven in je vak en daar staat iedereen voor open.

Sinds ruim anderhalf jaar nemen jullie ook ESMA-examens af. Hoe ervaren de examenkandidaten deze examens?
Eigenlijk heel prima. De slagingspercentages zijn goed. We krijgen vaak terug dat ons opleidingsmateriaal een goede voorbereiding is op het examen. Kandidaten die het examen  Informeren Beleggen Retail doen ervaren het examen als wat zwaarder dan het examen Adviseren Standaard en Adviseren Maatwerk. Dat heeft vermoedelijk te maken met wat ze tegenkomen in hun werk met betrekking tot beleggen en de wettelijke eisen die aan hen worden gesteld. Het aantal bezwaren is minimaal. We werken voor de ESMA-opleidingen met digitale examens, die door het hele land op toetscentra kunnen worden afgenomen. Kandidaten boeken zelf hun datum en locatie en dat gemak vinden ze belangrijk en plezierig.

Krijgen jullie feedback van financiële professionals over de examens en zo ja, valt er een rode lijn waar te nemen in de reacties?
Bij de huidige PE-examens verzorgen wij niet de inhoud. Feedback bij ons gaat vaak over de techniek in toetscentra, of de beschikbaarheid van een examenplek op de gewenste tijd en plaats. Voor onze eigen examens monitoren we zorgvuldig de aansluiting van het examen op de opleiding. Is de toetsvorm passend voor de opleiding? Hebben we een goede toetsmatrijs? Wat zijn de slagingspercentages? Welke vragen worden veel fout of goed gemaakt? En moeten we daar iets mee? Te makkelijk en te moeilijk is allebei niet goed. Ons streven is om een slagingspercentage van tussen de 70 en de 80% te hebben bij een eerste poging. Als dat afwijkt, starten we een verbetertraject.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *